Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zelfs ook [19]de levenloze dingen, die [20]geluid geven, hetzij fluit, hetzij citer, zo zij geen [21]onderscheid met [hun] klank geven, hoe zal bekend worden, [22]hetgeen op de fluit of op de citer gespeeld wordt? 19. Gr. zielloze; dat is, muziekinstrumenten. 20. Gr. stem. 21. Dat is, verscheidenheid van tonen, maar altijd enerlei toon, hetwelk zeer onaangenaam en verdrietig is om te horen. 22. Dat is, welk gezang of lied.